De Hadj in de islam
De hadj is een van de vijf fundamentele pijlers van de islam. Elk jaar beantwoorden miljoenen moslims de oproep van Allah en reizen naar Mekka, naar de heilige Kaʿba.
Deze reis is niet alleen een vorm van aanbidding, maar ook een spirituele wedergeboorte.
De pelgrims dragen de ihram, een eenvoudig wit gewaad, waarmee zij alle wereldse verschillen achter zich laten. Iedereen is gelijk – rijk of arm, leider of arbeider…
Dit gewaad herinnert ook aan de dood en de opstanding – als een lijkwade.
Elke handeling tijdens de hadj heeft een symbolische betekenis:
Het rondgaan om de Kaʿba symboliseert de eenheid van Allah en de harmonie van het universum.
Stilstaan op de Arafat-vlakte betekent het onder ogen zien van je fouten en het vragen om vergeving.
Het stenigen van de duivel symboliseert de strijd tegen het kwaad en het egoïsme.
De hadj is een reis waarin de mens zijn ziel disciplineert, geduld leert en zijn hart zuivert.
Uiteindelijk keert de pelgrim niet terug zoals hij gekomen is – hij komt terug vernieuwd in geest, gezuiverd in hart en vervuld van vrede.
