Allah en het geloof in Allah in de islam
Allah de Verhevene is de Heer van alle werelden. Alle lof, eer, macht, majesteit, verhevenheid en superioriteit komen alleen Hem toe. Alles wat zich in de hemelen en op aarde bevindt, behoort aan Hem. Onze Heer bezit absolute kracht en oneindige wijsheid. Hij is Degene die leven en dood schept, bezit en gezag schenkt, verheft wie Hij wil en vernedert wie Hij wil. Hij is de Schepper en blijft scheppen. Hij is Degene die leven geeft, onderhoudt, voedt en beschermt. Alleen Hij regeert over elk aspect en elk moment van het leven.
Geloof in Allah is de eerste voorwaarde om de eer van de islam te verkrijgen. Geloven in het bestaan en de eenheid van Allah, zonder gelijken of partners – het accepteren van tawhied – vormt de basis van het geloof. De grootste recht dat onze Heer, die ons uit het niets heeft geschapen en ons talloze zegeningen heeft gegeven, over ons heeft, is dat wij in Hem geloven.
Geloof in Allah vereist ook gehoorzaamheid aan de Profeet die Hij heeft gezonden en aan het Boek dat Hij heeft geopenbaard, evenals overgave aan de grenzen en oordelen die Hij heeft vastgesteld. Een gelovige ziet geloof in Allah niet als slechts woorden. Integendeel, geloven in Allah vereist dat men zijn Heer leert kennen door middel van de verzen van de Koran en de overleveringen (hadith) van de Profeet, en dat men zijn leven in overeenstemming met dit geloof leidt.
Geloof in Allah geeft betekenis aan het leven van de gelovige, stuurt zijn gedachten en beslissingen, en beïnvloedt zijn relatie met alle levende en niet-levende wezens. Daarom is het geloof dat uit de mond van de gelovige komt en in zijn hart geworteld is, in werkelijkheid de garantie voor het goede op aarde.
Iemand die in Allah gelooft, zoekt in al zijn daden het welbehagen van zijn Heer. Hij beschermt de rechten van zijn familie, verwanten, buren en degenen die onder zijn gezag staan. Elke verantwoordelijkheid voert hij uit met een sterk plichtsbesef en betrouwbaarheid.
Degene die in Allah gelooft, weet dat zelfs het kleinste goede of slechte een gevolg zal hebben. Hij verruilt het hiernamaals niet voor dit wereldse leven en leeft op een manier waarvoor hij rekenschap kan afleggen.
